Het Orgel

De firma Lohman uit Gouda, kreeg in 1843 de opdracht tot vervaardiging en plaatsing van het nieuwe orgel. De organist J.J. Hepp uit Leiden kreeg het toezicht op de werkzaamheden zoals het "examineren" en de inwijding van gemeld orgel. Ter meerdere glorie van de begunstigers A. Wolters en A.J. van Geemen werden hun wapens in het orgelfront aangebracht. Nog in hetzelfde jaar was er sprake van een langdurige buitengewone hitte, waardoor gebreken ontstonden aan het orgel die door de firma Lohman hersteld werden.

Het orgel werd in 1870 overgeplaatst naar het huidige kerkgebouw door J. Schaaffeld te Leiden, sinds ± 1860 voortzetter van de Lohman Orgelbouw. De orgelbouwfamilie Lohman behoorde tot de belangrijkste orgelbouwers in de 19e eeuw boven de grote rivieren.

Door kenners wordt beweerd dat genoemd orgel het midden houdt tussen een orgel uit de barok en een uit de romantiek. In laatstgenoemde periode lieten orgelbouwers hun instrumenten allerlei wezensvreemde geluiden voortbrengen. Bij een latere restauratie zijn enkele van de overdreven stemmen weggenomen, maar overigens werd het orgel zoveel mogelijk in z'n oorspronkelijke staat gelaten.


Dispositie Lohman-orgel Protestantse Kerk te Warmond

Manuaal I   Manuaal II  
Bourdon 16’ Fluit douze 8’ bas/disk
Prestant 8’ Viola di Gamba 8’
Holpijp 8’ Prestant 4’
Octaaf 4’ Roerfluit 4’
Fluit 4’ Echofluit 4’
Quint 2 2/3’ Woudfluit 4’
Octaaf 2’ Quint 1 1/3’
Mixtuur 3-4 st. bas/disk Dulciaan 8’
Trompet 8’ bas/disk

Pedaal
Subbas 16’ (mechanische transmissie)